Etappe 8 Van Valença naar O Porrino
Vrijdag 12 oktober: een pittige dag voor pittige dames
We worden vandaag pas heel laat wakker. Het is al kwart voor 9. Waarschijnlijk hadden we het nodig. Na het ontbijt gaan we op weg. We verlaten Valença en daarmee Portugal en gaan de grens met Spanje over naar het stadje Tui. Galicië staat bekend om zijn ruigere klimaat en om dat te onderstrepen, begint het licht te regenen als we het bord zien dat aangeeft dat we Spanje binnenkomen.
Tui zier er nogal grijs uit door het weer, maar als we de hoek bij de kathedraal om komen, begint er opeens een fanfare te spelen. Het is niet ter ere van onze intocht in het stadje maar omdat het een nationale feestdag is (de dag van de Hispaniteit en dat Columbus Amerika ontdekte. En ook nog iets met de heilige maagd Pilar. Maar dat begrepen we niet helemaal).
Tui is een mooi stadje maar we blijven er niet te lang. Ons einddoel vandaag is O Porrino en dat is nog een eind lopen. Een stukje voorbij Tui drinken we koffie in een cafeetje en eten we iets want het is in Spanje al lunchtijd. Als we verder lopen, regent het niet meer zachtjes en trekken we de regenjassen aan.
Het is een pittige etappe die veel van ons doorzettingsvermogen vraagt. De stukken door de natuur zijn wel heel mooi en gevarieerd. In de loop van de middag kunnen we even opwarmen in een leuk cafeetje dat niet in het boekje staat (omdat het nog heel nieuw is). Daar zien we ook weer het Duitse stel (van de dreadlocks).
Om 19 uur bereiken we dan eindelijk (op ons tandvlees) de herberg. Dit is een plek waar ze begrijpen wat een pelgrim na een lange dag nodig heeft. Een schone warme douche en een fijn bed, waar we na het eten induiken.
De fanfare heet ons welkom in Tui